Rodelen

Rodelen is leuk

Hou jij van rodelen?
Of hoor je bij de groep die denkt: 'Oeps is dat niet eng'?

Een heleboel jaren geleden.....
Buiten adem, trok ik het gehuurde sleetje achter me aan. Het was voor ons de eerste keer dat we gingen rodelen. We waren ietwat van het rodelpad afgeweken dus klauterden we naar adem happend een stukje omhoog. De lucht was zwart en bezaaid met sterren. Ik keek omhoog en zag dat ik bijna bij het begin van het rodelpad was. De sneeuw lichtte op in het donker en kraakte bij iedere stap van mijn sneeuwlaarzen. Witte wolkjes wasemden ononderbroken rond mijn gezicht. Voor en achter me hijgden mijn tien mede rodelaars net zo stevig, aangevuld met een zuchtend:

"Jezus! Sleeën doe je toch naar beneden?"

Rodelen in Bramberg am Wildkogel

Gang maken Tante Ollie!

Een deel van de kinderen en aanhang zat al klaar op hun sleetje toen ik aankwam. Met moeite hun ongeduld bedwingend. 'Schiet eens een beetje op luitjes, we vriezen vast'. 

Mijn schoonzusje Ollie bereikte als laatste zuchtend de top en keek angstig het pad af. De verlichting aan de rand van het rodelpad trok een kronkelend lint met licht tot in het twinkelende dal. Ollie schudde resoluut haar hoofd. 'Oh nee! Hemeltje lief dit kan ik niet!'

Sem riep geruststellend: "Gewoon gaan zitten en ons volgen tante Ol! Dan ga je vanzelf!"

Gierend van de lach..

Sem nam het voortouw. Hij maakte gang en vloog recht op de eerste bocht af, op de hielen gevolgd door de rest van de jeugd en gillend doken ze op elkaar. Gierend van het lachen klauterden ze proestend en als sneeuwgedrochten weer boven de rand uit.

Ik denderde het eerste stukje pad af, zette bij de bocht mijn rechter hak stevig in de sneeuw, perfect gevolgd door mijn sleetje. "Yes! Eitje!" jubelde ik achterom naar Ollie. De volgende bocht kwam echter zo snel dat voor ik het wist ook ik ondersteboven in de sneeuw lag.

Schaterend ondersteunden de kinderen hun buik. "Eitje hé mam? Goed gedaan", riepen ze in koor, hun woorden gesmoord in een volgende lachbui. 

Waar was Ollie?

Ruud sloot de rij achter ons en wees ons het verlichte gebouw rechts onder ons. "Daar gaan we eten jongens, voor de echte rodeltocht begint." Hij telde tien koppen.
Oh jee. Waar was Ollie?
Gespannen keken we omhoog. Daar bewoog iets en ja hoor daar kwam ze aan. Als een zoutzak op een bolide, met de hakken in de sneeuw. Nog een stuk bij ons vandaan. 

"Beetje gang maken tante Ol! Zo kom je er nooit!" roept Sem.

Nee, andere rechts!

Met opengesperde ogen en samengeknepen lippen haalde Ollie angstig de hakken uit de sneeuw, meerderde per seconde vaart en kwam in een rechte lijn op ons af.

"Naar rechts tante Ol! Réchts! Nee, ándere rechts!" brulde Sem. 

Maar het sleetje zwenkte na een linkse afwijking met een denderende vaart recht op ons af. Wild zwaaiend met haar armen gilde Ollie: "Wég, wég!"

Een starre walrus

Gillend van het lachen vlogen we uiteen, snel de sleetjes weg trekkend zodat Ollie kon landen in een zachte sneeuwhoop. Net op tijd want daar kwam Ollie aanvliegen. Net voor de sneeuwhoop die we vrij hadden gemaakt, liet ze zich als een starre walrus zijwaarts van de slee vallen. En bleef liggen.  

Eén moment was het doodstil. Tot er beweging kwam in de hoop naast de slee. Snikkend maakte Ollie ons hinnikend duidelijk dat ze niets mankeerde, op de pijn in haar buik van het lachen na.

Een opgelucht lachsalvo brak los. We pakten onze sleetjes, bonden ze bij elkaar aan een ketting en met ons slachtoffer in het midden stampten we grinnikend met vuurrode wangen het restaurant binnen.

Met een smile van oor tot oor riep Ollie al op de drempel: 

"Doe mij maar ein gröse bier bitte!" 


Met een dolle rodel groet van Gerda Manon